“Nee, nou even niet jongens, ik moet gaan surveilleren. Schoolexamens”. Gedecideerd stuur ik de klas mijn lokaal uit en sluit af. Nog net tijd voor een wc’tje en koffie. Ik doe het ze niet aan: een koffiedrinkende surveillant. De geur, het getingel van het lepeltje, aan mij zullen ze zich niet storen. Schoolexamens worden ons altijd persoonlijk in de hand gestopt in de personeelskamer; zo weet de examensecretaris zeker dat de dossiertoets afgenomen wordt. Die secretaris is er nog niet. Eerst koffie dan maar. Gek, normaal staat hij altijd al te wachten bij de ingang. Even bellen. Geen kiestoon, weer kapot. “Iemand Cor gezien?” Niemand. Even naar zijn kamer dan maar. We gaan hier niet die kinderen de zenuwen in helpen. Eén minuut voor begin kan ik het lokaal openen, toch nog mooi. Ik maak haast met uitdelen en precies op tijd kunnen de leerlingen hun dossiertoets maken. Ik ga zitten en voel meteen dat ik iets vergeten ben. Een krampje links onder in mijn buik. Ik leun naar rechts en probeer het onopvallend weg te masseren. Dat lukt niet. Ik druk mijn rug tegen de leuning en beweeg mijn lichaam langzaam van links naar rechts in de hoop dat die tegendruk verlicht. IJdel. Ik voel me steeds beroerder, er verschijnen zweetdruppeltjes op mijn gezicht. Joep kijkt even op, maar is zo verdiept in zijn werk dat hij niets in de gaten heeft. Ik ontplof bijna, er moet echt druk van de ketel. De telefoon was kapot. Ik sta op en loop naar de deur. Misschien loopt er een collega langs die ik even naar binnen kan vragen zodat ik weg kan. Niemand. 10 minuten lang. Ik ga weer zitten en doe wat ik moet doen om niet te sterven: langzaam ontspan ik mijn kringspier een beetje. Ik voel de poep meteen komen en knijp weer af. Is het echt al zo nijpend dat het niet anders kan? Jaaaaa, het moet nuuuuu. Ik ontspan weer en afknijpen is er nu echt niet meer bij. Ik voel weke warmte mijn broek instromen, gelukkig geluidloos, alleen, er komt geen eind aan. Wanneer mijn broek vol is, manoeuvreer ik zó met mijn rug dat de brij langs de ruggengraat zijn weg naar boven kan zoeken. Goed opletten dat het niet boven mijn kraag uitkomt. Ik trek mijn boord strak tegen mijn nek en bemerk tot mijn opluchting dat de stroom afbuigt naar mijn mouwen. Mijn buikpijn is ver weg. “Tom, doe jij even de ramen dicht. Ik denk dat er gegierd wordt”. Dat geeft me weer even tijd om te verzinnen hoe nu verder. Ook met deze column. Wat ik maar wil zeggen: naar de wc gaan wanneer je moet, is een zwaar onderschatte arbeidsvoorwaarde.
4 Comments
|
De Leraarontwikkelt motiverend onderwijs en begeleidt scholen, secties en individuele leraren. Archieven
|